De contrarevolutie na de dood van de Profeet

Zestig jaar gingen voorbij sinds de migratie van de Profeet. Alle verworvenheden van de Revolutie waren afgeschaft. Alle overwinningen van een halve eeuw geleden waren vernietigd. Het Boek dat de Profeet had gebracht werd op de speren van de Omayyaden gespietst. De cultuur en de ideeën die de Islam door jihad, inspanningen en strijd in de harten en de geesten van de mensen had ontwikkeld waren veranderd in middelen om de heerschappij van de Omayyaden goed te praten.

Alle moskeeën waren veranderd in steunpunten voor afgoderij, onderdrukking, bedrog en vernedering van de bevolking. Alle zwaarden van de mujahedin werden door beulen gebruikt voor hun executies. Alle inkomsten uit de zakaat en uit andere religieuze belastingen ging naar de hofhouding in het Groene Paleis van Mu’awiyyah. Alle uitspraken over de werkelijkheid, de eenheid, de Profeet, de soennah, de Koran en de Openbaring waren in de macht van Mu’awiyyah en zijn regime. Alle leiders van de gemeenschap, alle rechters, alle Koran-interpretatoren en -voorlezers, alle geleerden en predikers in de moskeeën waren vermoord of hadden zich in stilte in een hoek van de moskee teruggetrokken ofwel waren ze propagandisten geworden voor het regime in Damascus.

(…)

De revolutionairen uit het verleden waren gestorven in de afgelegen woestijn van Rabazeh of afgeslacht in de velden vab Marjal-Azar. De tweede generatie revolutionairen die een beweging organiseerden en in opstand komen, waren allen geëxecuteerd. De anderen waren ofwel gevangen in de pessimistische filosofie van het fatalisme, of hadden zich overgegeven aan de religieuze autoriteiten. Ze verstonden dat iedere inspanning om de huidige omstandigheden te veranderen zinloos was. Ervaring had hen geleerd dat iedere strijd om de Islam te beschermen en om waarheid en rechtvaardigheid te vestigen, ieder gevecht tegen de groeiende neo-djahiliyya (onwetendheid) verloren was.

Dus nu, zestig jaar na de migratie, waren alle krachten in het bezit van de onderdrukkende heerser. De waarden en normen worden alleen nog door het heersende regime bepaald. Ideeën en gedachten worden ontwikkeld door gedachten-fabrikanten en andere agenten van de heersers. Hersenen waren gespoeld en gevuld en vergiftigd met materiaal dat in naam van de religie werd opgedrongen. Geloof werd veranderd, gekocht en verlamd. Wanneer geen enkele van die inspanningen slaagde, werd het geloof met het zwaard afgehakt.

(uit “Martelaarschap, Sta op en getuig”)